Opening bezoekerscentrum Lijssenthoek - Poperinge - 21/09/2012
Vlaams minister Geert Bourgeois, bevoegd voor toerisme, opende op vrijdag 21 september 2012 het nieuwe onthaal- en interpretatiecentrum van de begraafplaats Lijssenthoek Military Cemetery in Poperinge. Dit project vormt, samen met de herinrichting van de stadhuissite, het investeringsproject “100 jaar Poperinge achter het Front”. Vlaanderen kende een subsidie van 1.045.000 euro toe voor de bouw van deze nieuwe onthaalinfrastructuur.
“Dit project is een van de vijf strategische projecten die we met financiële middelen uit het Impulsfonds “100 jaar Groote Oorlog” realiseren om de sites en het erfgoed van de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek duurzaam te bewaren en om ze nog beter toegankelijk te maken voor binnen- en buitenlandse bezoekers,” aldus de minister die binnen de Vlaamse regering ook coördinator is van de herdenkingsproject ‘100 jaar Groote Oorlog’. “Deze begraafplaats is een indrukwekkende getuige van meer dan vier jaar oorlogsgeweld. De bouw van dit onbemand onthaal- en interpretatiecentrum moet een bezoek aan de begraafplaats aanvullen, duiden en versterken. Bovendien moet het een belangrijke publiekstrekker zijn in de Poperingse regio.”
Lijssenthoek Military Cemetery is organisch gegroeid uit een veldhospitaal. Dit verhaal van leed en dood draagt bij tot de uniciteit van de site en vormt een deel van de inhoudelijke invulling van dit bezoekerscentrum.
Naast een inhoudelijke ontsluiting verhoogt het interpretatiecentrum ook de directe toegankelijkheid tot de begraafplaats. Het project heeft aandacht voor bezoekersstromen, duiding, parking, toegankelijkheid, sanitair, veiligheid en wil het gebrek aan geleiding van het publiek aanpakken. De afgescheiden toegangsweg voor de wandelaars waarborgt een veilige toegang tot de begraafplaats. Indrukwekkend zijn de 1392 spijlen die de toegangsweg afzomen. Samen vormen ze een kalender die in hoofdzaak de periode tussen 6 mei 1915 en 11 november 1918 bestrijkt (enkele palen symboliseren een dag in 1914, 1919, 1920 of 1921). De inkepingen in elke spijl staan voor het aantal soldaten dat die dag gestorven is.
Niet alleen het Lijssenthoek Military Cemetery kon rekenen op een subsidie. Ook de twee herdenkingsevenementen die de stad heeft gepland voor 2014 en 2015, kunnen rekenen op een subsidie van bijna 900.000 euro. Het gaat om ‘Poperinge Terminus’, een openluchttentoonstelling over spoorlijn Poperinge-Hazebrouck met klank- en lichtspektakel, en ‘Lijssenthoek Terminus’, een musical naast Lijssenthoek Cemetery.
Een zicht op de begraafplaats.
Twee klaroeners van de Ieperse Last Post Association bliezen de Last Post.
De prominenten.
Dan startte de mooie bloenhulde op de begraafplaats.
Cindy Verbrugghe, vertegenwoordiger van minister Geert Bourgeois.
Een vertegenwoordiger van de VS.
Van Algerije.
Dr. Brendan Nelson, Ambassadeur van Australië
Vertegenwoordiger van Nieuw-Zeeland.
Van Zuid-Afrika
Gedeputeerde Patrick Van Gheluwe
Burgemeester Christoph Dejaegher.
Vertgenwoordigers van de Commonwealth War Graves Commission.
Namens de gemeente Komen-Waasten.
Daarna werd de Reveillie geblazen.
Daarna ging het richting het nieuwe centrum langs de nieuwe toegangsweg die is afgezet met 1392 paaltjes.
Klaar voor het doorknippen van het lint.
Proficiat met de opening.
Het is gebeurd !
Dr. Brendan Nelson (Ambassadeur van Australië), Paul Breyne (federaal coördinator 2014-2018) en minister Geert Bourgeois.
De opening vond plaats op 21 september. Op 21 september 1917, 95 jaar geleden, telde Lijssenthoek meer dan 100 doden die werden bijgezet.
Ludo Geloen zorgde voor de muziek.
Piet Chielens leidde de diverse sprekers in.
Ongeveer 300 mensen woonden de opening bij.
Schepen voor toerisme Jurgen Vanlerberghe mocht als eerste het woord nemen.
Hieronder de tekst van zijn toespraak:
"Dames en heren,
Het is met groot plezier en ook wel met een gevoel van trots dat ik u hier vanavond mag toespreken. Met de feestelijke opening van het bezoekerscentrum realiseren we immers een belangrijke doelstelling uit het strategisch beleidsplan van de stad Poperinge. Zes jaar geleden formuleerden we de ambitie om volop in te zetten op de ontwikkeling van de toeristische sector. De herdenking van 100 jaar Grote Oorlog ook in Poperinge niet onopgemerkt voorbij laten gaan, was één van de meest in het oog springende actiepunten.
We zijn nu september 2012. De voorbereiding van de 100-jarige herdenking draait overal op volle toeren. Dat we in Poperinge al klaar zijn, mag best wel als een krachttoer beschouwd worden. We vertrokken 4 jaar geleden immers van een wit blad.
Aan dit succesverhaal schreven heel wat mensen mee. Een aantal van hen ga ik nog specifiek vermelden. Alle anderen, die het Lijssenthoek-project de voorbije jaren een warm hart hebben toegedragen, verdienen minstens evenveel dankbaarheid en respect.
Sta me toe even terug te blikken. We noteren 2007. In Poperinge beleefden twee onrustige zielen een aantal slapeloze nachten. Ze hadden immers een duidelijk plan. Als het stadsbestuur écht de ambitie had om een inhaalbeweging te maken inzake het toeristisch WO1-aanbod, dan moest Lijssenthoek Military Cemetery het centrale gegeven worden in alle plannen. Beide heren weten een sterk verhaal ook op een gepassioneerde manier te vertellen. Het kostte hen uiteindelijk weinig moeite om mezelf en mijn collega’s van het schepencollege te overtuigen. Ook anderen gingen enthousiast mee in het projectidee. Het resultaat van dit alles was dat in 2008, bij de voorstelling van het Vlaamse actieplan, het bezoekerscentrum dat we straks gaan openen aangeduid werd als één van de 5 strategische projecten op Vlaams niveau. Het wit blad was volgeschreven.
Dames en heren, ik maak van de gelegenheid graag gebruik om hulde te brengen aan Wim Chielens en Dries Chaerle. Zij zullen alvast in mijn herinnering gegrifd blijven als de geestelijke vaders van het hele project.
Het Vlaams actieplan van minister Bourgeois introduceerde in 2008 het begrip ‘toerisme-plus’. Toerisme met een meerwaarde. Toerisme met respect voor de historische context en de herinneringsgedachte. Toen we in Poperinge een visie moesten formuleren op hoe we het bezoekerscentrum wilden invullen, was het begrip ‘toerisme-plus’ ook voor ons de rode draad. Een kwaliteitsvol toeristisch product, dat vertrekt van het verhaal van de begraafplaats.
De begraafplaats is een spiegel van het oorlogsgeweld in de Ieperboog. Wie gewond raakte, werd afgevoerd naar het veldhospitaal. Zij die het niet haalden, werden ter plaatse begraven. De begraafplaats groeide organisch. Zo verwijzen de piekdagen op Lijssenthoek steeds naar een gebeurtenis aan het front, zij het met een, twee of drie dagen vertraging. Vandaag liggen er 10.784 slachtoffers begraven.
Cijfers en statistieken duiden de grootorde van een begraafplaats. Het onderzoek wil het verhaal achter de naamgetekende grafstenen achterhalen. Niet enkel de ‘grote slagen' zijn vertegenwoordigd. Ook de kleine banale incidenten zijn op Lijssenthoek dagelijkse kost. Het alledaagse komt telkens weer terug, alledaags in de betekenis van 'elke dag terugkerend' maar ook in de figuurlijke zin van 'onbeduidend, gewoon, banaal'. Het resulteert in een scheurkalender van een alledaagse oorlog.
In juni 2009 startte Annemie Morisse, ditmaal met steun van toenmalig cultuurminister Bert Anciaux, een onderzoeksproject voor Lijssenthoek Military Cemetery. Met opnieuw Dries Chaerle als side-kick wroette ze zich drie jaar lang onverstoorbaar door stapels velddagboeken, individuele fiches en ander historisch materiaal. Haar aanstekelijk enthousiasme zorgde er voor dat ze op heel wat helpende handen kon rekenen. Zowel bij het In Flanders Fields Museum, de Commonwealth War Graves Commission, het Memorial Museum Passschendaele, Talbot House en het netwerk Oorlog en Vrede in de Westhoek) kreeg Annemie heel wat ondersteuning. Ook bij buitenlandse archiefinstellingen (Imperial War Museum, National Archives van Groot-Brittannië, Nieuw-Zeeland, Canada en Australië) werd Annemie een graag gezien gast. Haar boodschap liet ook veel families van nabestaanden die op Lijssenthoek liggen begraven, niet onberoerd. Special thanks go to the families who kindly offered photos and documents regarding their relative buried in Lijssenthoek Military Cemetery’. Annemie verzamelde ook heel wat vrijwilligers rond haar. In het bijzonder vermeld ik de leden van de Poperingse fotoclub, wiens werk we straks nog te zien krijgen. Maar natuurlijk gaat vanavond mijn dank heel in het bijzonder naar Annemie zelf. Zonder haar stonden we straks naar lege panelen te kijken.
Een bezoekerscentrum behoeft natuurlijk een gebouw. De financiële middelen,zowel voor bouw als museale inrichting, vonden we bij een aantal bereidwillige sponsors.
Een eerste belangrijke partner is het project de Groote Oorlog herdacht – Mémoire de la Grande Guerre,dat in 2009 werd opgestart. Het projectgebied omvat de Franse departementen Aisne, Somme, Pas-de-Calais en Nord en de provincie West-Vlaanderen. Doelstelling van het project is de versterking van het netwerk aan Eerste Wereldoorlogsites aan weerszijden van de grens. In het gebied dat zich uitstrekt van de Noordzee tot aan de Chemin des Dames weoden een aantal gemeenschappelijke acties uitgevoerd.
Naast culturele manifestaties en toeristische promotie (grensoverschrijdende toeristische kaart, WTM, applicatie die hier in juni voorgesteld werd,…) bevat dit project de valorisatie van verschillende WOI-sites: o.a. ontsluiting Lijssenthoek.
Toen we ons inschreven in dit project, hadden we nog geen enkele zekerheid omtrent provinciale of Vlaamse cofinanciering. We waren er toen al van overtuigd dat ons project voldoende sterk zou zijn om ook deze partners mee aan boord te krijgen. Wat ook effectief gebeurde. West-Vlaams Gedeputeerde voor toerisme Patrick Van Gheluwe en Vlaams minister Geert Bourgeois geven straks toelichting bij hun rol in het hele verhaal. Ik dank hen in naam van het stadsbestuur en dus van alle Poperingenaars alvast voor het warme hart dat ze ons project altijd hebben toegedragen. Deze dank gaat ook naar alle medewerkers van provinciale en Vlaamse diensten waar we steeds terecht konden voor raad en daad. De lijst is te lang om ze één voor één te vernoemen.
Luc Vandewynckel uit Poperinge werd door een professionele jury verkozen tot laureaat van de architectuurwedstrijd en tekende dus voor het bezoekerscentrum. Zijn ontwerp verwijst naar de barakstructuur van het voormalige veldhospitaal. De architect combineert transparantie met geborgenheid. Het gebouw heeft een verzonken toegang. De bezoeker bevindt zich 1,35 meter onder het graspeil. Het gedeelte boven de grond biedt een panoramische doorkijk in glas. Het interpretatiecentrum krijgt vier afzonderlijke dakschillen. Het lijken vrij zwevende zadeldaken in het landschap. Een as van licht splitst de daken en leidt de bezoeker naar de historische toegang van de begraafplaats. Aannemer Govar uit Ardooie bouwde het bezoekerscentrum, onder het waakzame oog van Stefaan Debever van het architectenteam van Luc Vandewynckel. Ze leverden een vlekkeloze prestatie af, perfect binnen de afgesproken timing en - ook niet onbelangrijk - binnen het vooropgestelde budget. Dank hiervoor.
Grafiek Groep uit Brugge verzorgde de scenografie. Guido, Bart en Hans lieten zich volledig onderdompelen in het Poperingse verhaal. Op basis van hun ontwerpen ging de gereputeerde Nederlandse tentoonstellingsbouwer Bruns aan de slag. Ook aan hen mijn oprechte dank.
Het bezoekerscentrum is in de eerste plaats een interpretatiecentrum. Het accent ligt op het verhaal van deze bijzondere plaats, op het verhaal van de mensen achter de statistieken. De bezoeker wordt uitgenodigd om dit verhaal te beleven. Die beleving leidt tot interpretatie.
Bij de uitwerking van de scenografie staat het verhaal van de site centraal: Lijssenthoek als hospitaalsite en de begraafplaats als spiegel van de Grote Oorlog.
De scheurkalender is een van de blikvangers in de open ruimte van het bezoekerscentrum. Elke dag van het jaar wordt een ander dagverhaal van een Lijssenthoek-slachtoffer verteld. Het dagverhaal kan worden uitgeprint. De bezoeker krijgt naast het verhaal ook de legende mee van de begraafplaats. Het is een directe link bezoekerscentrum-begraafplaats en het geeft de bezoeker een concrete motivatie om even stil te staan bij die ene grafsteen.
Het hospitaalverhaal en het verhaal van de begraafplaats worden gepresenteerd in een rode doos. Een tijdlijn situeert de ijkmomenten van WO1. Die headlines in het militaire verhaal spiegelen zich in het medische verhaal. Is het druk aan het front, dan piekt de curve op Lijssenthoek: meer opnames, meer operaties en meer doden. Maar ook in de luwe momenten sterven er dagelijks mensen in dit hospitaal. De tijdlijn voert de bezoeker verder dan 11 november 1918. Na de Wapenstilstand loopt het hospitaalverhaal verder, tot in de jaren 1920. Daarna dan wordt de begraafplaats de stille getuige van deze site. Met 10 784 grafstenen van meer dan dertig nationaliteiten is Lijssenthoek vandaag de grootste hospitaalbegraafplaats in de Ieperboog.
De bezoeker krijgt ook twee animaties te zien: een reconstructie van de groei en bloei van de site en een stop motion film. Die laatste toont de nooit aflatende bedrijvigheid op en rond het spoor. De trein arriveert, stopt en vertrekt, steeds weer. Op Lijssenthoek liggen bijna 11 000 slachtoffers. Zij haalden het niet. De logboeken van de hospitalen leren ons dat dit aantal amper drie procent is van het totaal aantal zieken en gewonden die via deze site zijn geëvacueerd.
Erwin Mortier schreef voor Lijssenthoek zijn interpretatie van de hospitaalsite. De dichter wacht de bezoeker ook op in de luisterwand. Daar spreekt hij de litanie uit. Het is één van de dertig fragmenten die je langs deze wand kan beluisteren. Deze fragmenten gaan uit van historisch bronnenmateriaal. Daarnaast komen ook meer recente getuigenissen aan bod.
Een voetweg leidt je vervolgens van het bezoekerscentrum naar de hoofdingang van de begraafplaats. Het pad is van de rijweg gescheiden door een haag en door een opstelling van paaltjes. Welgeteld 1392 paaltjes overbruggen de afstand naar de ingang. Elk paaltje vertegenwoordigt een dag op Lijssenthoek. Streepjes markeren het aantal doden van die dag. De 1392 palen vormen gezamenlijk een visuele curve: de dodenstatistiek van deze begraafplaats.
Dames en heren, met dit bezoekerscentrum hoopt de stad Poperinge een wezenlijke bijdrage leveren aan het globale herdenkingsproject. We ontwikkelden hiervoor een sfeervol bezoekerscentrum dat de bezoekers aanzet tot interpretatie. We plannen ook nog een aantal belangrijke evenementen, waaronder een muziektheater in samenwerking met de vzw Musical van Vlaanderen met als werktitel Lijssenthoek Terminus. We passen ons hiermee in het Vlaams en provinciaal beleid. Ik ben alvast overtuigd, ik hoop dat u allen straks even enthousiast bent.
Tot slot dank ik nog alle medewerkers van het Poperingse stadsbestuur die ook deze avond in goede banen helpen leiden en wens ik u een boeiende en leuke avond toe."
Dries Chaerle.
Daarna was het de beurt aan minister Geert Bourgeois.
Hierbij de tekst van zijn toespraak
"1392 corstenstalen spijlen zomen de toegangsweg van dit Onthaal- en interpretatiecentrum naar de begraafplaats af. Ze staan voor bijna elk van de dagen tussen 6 mei 1915 en 11 november 1918. Enkele symboliseren een dag in 1914, 1919, 1920 of 1921.
107 kepen zijn er gesneden in de spijl van 21 september 1917 – één voor elk van de soldaten die hier dag op dag 95 jaar geleden stierven.
107 van de 10.784 oorlogsslachtoffers die op het Lijssenthoek Military Cemetery begraven liggen.
107 van de meer dan een half miljoen doden die de Groote Oorlog alleen al in de Westhoek, in Flanders Fields heeft gemaakt.
Het zou nochtans een korte oorlog zijn, dachten de inwoners van Berlijn en Wenen, van Rome en Londen, van Parijs en Brussel, van die vele andere steden en dorpen, toen ze in augustus 1914 hun ten strijde trekkende soldaten uitwuifden.
Het zou een korte oorlog zijn - daar waren ook de keizers en koningen, de ministers en officieren van overtuigd. Enkele weken volstonden om hen te ontnuchteren. De Duitse opmars was aan het begin van de herfst tot stilstand gekomen. Het westelijke front, van Vlaanderen tot de Elzas, verstarde in een stellingenoorlog. Een spoedig einde van de vijandelijkheden was eind 1914 niet meer te verwachten.
Vier jaar zou hij duren, die “Groote Oorlog”. Toen op 11 november 1918 de wapenstilstand inging, lag een tragische balans voor. Van de ten minste 65 miljoen gemobiliseerde soldaten, waren er acht en een half miljoen gesneuveld en meer dan 21 miljoen gewond. Alleen al hier, in Vlaanderen, in Flanders Fields, lieten ten minste 550.000 mensen het leven - altijd iemands vader, altijd iemands kind.
Voor de soldaten in de loopgraven van de Somme en de IJzer was de eerste winter een verschrikkelijke hel. Juist omdat ervan uit was gegaan dat de oorlog maar enkele maanden zou duren, waren er weinig of geen voorzieningen getroffen tegen koude en vocht. De levensomstandigheden waren miserabel.
Ook de Duitse troepen waren onvoldoende voorbereid op een stellingenoorlog. Om die reden schortten ze hun aanvallen na de eerste oorlogswinter tijdelijk op. Van die wat kalme periode maakten de legers gebruik om zich beter te organiseren. Het al te zichtbare blauw van het Belgische legeruniform werd door kaki vervangen. Op een tiental kilometer achter de frontlijn werden veldlazaretten ingericht om gewonde soldaten te verzorgen. Een ervan kwam op de hoeve van Roger Quaghebeur, in het Poperingse gehucht Lijssenthoek.
From May 1915 onwards, thousands of soldiers who were wounded during the battles around the Ypres Salient area were nursed at this field hospital. Those who succumbed to their injuries were buried on adjacent land. This land gradually turned into a war cemetery, following the rhythm of death. The developments at the front were clearly marked by the number of graves that were dug day after day.
The Lijssenthoek Military Cemetery is the second largest British and Commonwealth military cemetery, after Tyne Cot. Every single day the cemetery is visited by people from home and abroad. However, its accessibility and safety as well as the information provided at and about the cemetery were far from optimal. Today, this shortcoming is remedied.
***
Het onthaal- en interpretatiecentrum Lijssenthoek Military Cemetery vormt, samen met de herinrichting van de stadhuissite, met haar dodencellen en executiepaal, het investeringsproject “100 jaar Poperinge achter het Front”. Het is een van de vijf strategische projecten die we, met financiële middelen uit het Impulsfonds “100 Jaar Groote Oorlog”, realiseren om de sites en het erfgoed van de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek duurzaam te bewaren en in stand te houden, en om ze nóg beter toegankelijk te maken en te ontsluiten voor binnenlandse en buitenlandse bezoekers.
In november 2009 heb ik in het Streekhuis Esenkasteel de studie van Toerisme Vlaanderen en Westtoer voorgesteld, met onze plannen voor de herdenking van de honderdste verjaardag van de Groote Oorlog. Sindsdien hebben we overlegd, middelen vrijgemaakt, concrete plannen uitgewerkt en zijn we met de uitvoering ervan begonnen. Drie jaar later worden de realisaties één voor één zichtbaar. Op 9 juni hebben we in Ieper het vernieuwde In Flanders Fields Museum geopend. Een week geleden, op 13 september, mocht het museum zijn 100.000ste bezoeker verwelkomen. Van een vliegende start en een succes gesproken. Ik wil er Ieper en het museum oprecht voor feliciteren. Aan Poperinge om, alle verhoudingen in acht genomen, even goed te doen.
Op 1 september had in Zonnebeke de opening plaats van het bezoekersonthaal in het gerestaureerde kasteel, een wezenlijk onderdeel van het project ‘Legacy of Passchendaele’.
Vandaag openen we dit nieuwe onthaal- en interpretatiecentrum, zoals ik al zei het kernstuk van het strategische project “100 jaar Poperinge achter het front”.
Wanneer we - tot spijt van wie ons benijdt - vandaag staan waar we staan, hebben we dat te danken aan de tijdig begonnen voorbereiding en aan de krachtige inspanningen van de betrokken gemeente- en stadsbesturen, Westtoer en gedreven ondernemers uit zowel de profit- als de non-profitsector.
Natuurlijk zijn er discussies geweest, natuurlijk waren er hindernissen te nemen, maar tot nog toe verliep hun onderlinge samenwerking en de samenwerking met de Vlaamse overheid vlot en voorbeeldig. Inspanningen en samenwerking krijgen hun beloning in officiële openingen, zoals vandaag hier in Poperinge. Mijn oproep tot samenwerking heeft zijn doel niet gemis. Het is mijn wens die samenwerking vol te houden in de hele herdenkingsperiode – en ook daarna.
***
Poperinge was de eerste en belangrijkste stad achter het front. Hoewel de hel van de oorlog nooit ver weg was, was “Pop” voor duizenden soldaten een stukje hemel op aarde.
Het stadsbestuur doet al vele jaren belangrijke inspanningen om de herinnering aan de eigen plaats en rol van Poperinge in de Groote Oorlog levendig te houden. De herdenking van de honderdste verjaardag van het oorlogsbegin is ook voor Poperinge een gelegenheid om die inspanningen nog te versterken. Als Vlaamse overheid ondersteunen we dat graag.
Het strategisch project kreeg een subsidie van 1.045.000 euro uit het Impulsfonds 100 jaar Groote Oorlog. Het Talbothouse kan voor zijn verdere ontsluiting en renovatie rekenen op 109.000 euro uit datzelfde fonds.
Voor de twee herdenkingsevenementen die de stad heeft gepland voor 2014 en 2015, is bijna 900.000 euro toegezegd: 499.860 euro voor Lijssenthoek Terminus en 391.000 euro voor Poperinge Terminus.
***
Een kleine twee jaar voor het begin van de herdenkingsperiode, komt ook de internationale promotie op gang. Naar aanleiding van de recente opening van het In Flanders Fields Museum heeft Toerisme Vlaanderen een eerste groep buitenlandse journalisten uitgenodigd.
Buitenlandse touroperators en reisorganisatoren worden een eerste keer aangesproken op de World Travel Market, die van 5 tot 8 november in Londen plaatsheeft. Het is een van de belangrijkste internationale toerismebeurzen voor beroepsmensen en een uitstekende gelegenheid om toeristische actoren uit het Verenigd Koninkrijk, Ierland en de Verenigde Staten te bereiken, en om contacten te leggen met Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en andere Commonwealth-landen die we bij de herdenking willen betrekken.
“The Great War Centenary” zal dan ook de blikvanger zijn op de stand van Toerisme Vlaanderen. Het verheugt me dat Toerisme Poperinge, samen met onder meer Westtoer, het In Flanders Fields Museum en het Memorial Museum Passchendaele 1917 uit Zonnebeke, aan de beurs deelnemen. Zij zullen, binnen de stand van Toerisme Vlaanderen, in één zone gegroepeerd zijn, die uiteraard volledig zal ingericht en aangekleed zijn in functie van het project.
Een kleine twee jaar nog scheiden ons van de honderdste verjaardag van het begin van de Groote Oorlog. Poperinge zal er klaar voor zijn, West-Vlaanderen zal er klaar voor zijn, Vlaanderen zal er klaar voor zijn.
Ik wil dan ook, en tot besluit, het stadsbestuur en Toerisme Poperinge nogmaals danken voor hun bijdrage hieraan en feliciteren met het nieuwe Onthaal- en Interpretatiecentrum.
Ik feliciteer het architectenbureau Vandewynckel, Monument Vandekerckhove, Govar Industriebouw, het ontwerpbureau Grafiek Groep, de NV Bruns en al hun medewerkers, en iedereen die bij de realisatie ervan betrokken was. Zij hebben vakbekwaam werk geleverd.
Dit onthaal- en interpretatiecentrum geeft een bezoek aan het Lijssenthoek Military Cemetery een bijkomende dimensie. Het geeft Lijssenthoek een duidelijker plaats in de historiek en tragiek van de Groote Oorlog. Het versterkt en verzekert de duurzame en piëteitsvolle herinnering aan de mannen die hier de dood vonden - de 107 van 21 september 1917 en de meer dan 10.000 anderen.
Dan werden een aantal verhalen / brieven van soldaten en familie voorgelezen.
Lieutenant-General Sir Alistair Irwin KCB CBE, vice-chairman of the Commonwealth War Graves Commission, was the next speaker.
Daarna werd de film getoond die de Poperingse Fotoclub had gemaakt.
De 4 seizoenen kwamen aan bod.
We konden niet blijven voor alle speeches en trokken dan nog snel naar het nieuwe centrum voor enkele foto's.
De centrale scheurkalender in het centrum.
Duwen op de knopjes en je hoort een van de vele verhalen.
Het tweede deel van het centrum.
De grafiek met het aantal doden per dag.
Zoeken op naam op PC
De weg naar buiten die je leidt naar de begraafplaats.
De oorspronkelijke toegang tot de begraafplaats.
Het nieuwe pad met de 1392 ijzeren paaltjes.
De datum staan per maand vermeld.
21 september 1917 en de meer dan 100 doden (1 streepje per dode).
Wapenstilstand op 11/11/1918
Het laatste paaltje op datum van 18 juni 1921.
Pagina aangemaakt door Westhoek.be / WO1.be - Greatwar.be.
Klik hier als je zelf een fotopagina wenst aan te maken. Op deze pagina vind je alle info hoe je dit kunt doen.
You can always send your own page with picture(s). Click here to do so
|